De vroegere Maarten van Rossumweg
Jansje in gesprek met 3 oud bewoners van de Maarten van Rossumweg. Dat zijn Rijk Kleinveld en Wout en Mees Blokhuis. De huizen aan deze weg zijn gebouwd in 1947, het waren de eerste sociale woningen van de woningbouwvereniging “De Vooruitgang“ in Woudenberg. Tot 1952 hadden zij kantoor aan huis, daarna op de Beatrixstraat 2 bij Meneer Maringa. Meneer Morren heeft dit later overgenomen en is er een kantoortje aangebouwd. Reinier Jetten haalde in die tijd persoonlijk elke week de huur op.
Bij elk huis was een varkenshok gebouwd wat toentertijd heel normaal was, je had een grote tuin om groenten te verbouwen en een varken voor het vlees en om de pieperschillen aan te voeren. Rijk Kleinveld zijn ouders en broer waren de eerste bewoners en woonde op nummer 1. Daarnaast op nr. 3 woonde eerst familie Voorthuizen en later familie v.d. Berkt. Dochter Aartje v. Voorthuizen is later getrouwd met Reijer van Drie en heeft toen nog een tijd aan de andere kant van de Maarten van Rossumweg gewoond. Op nr. 5 zat de familie Uildriks met naast hen op nr. 7 familie Oosterbeek. Daar ten Noorden stond de boerderij van familie Beeker, zij hadden een boomgaard met sterappels, peren en pruimen, je snapt het al dat de jongens die wel eens pikten. Maar o, wee als boer Beeker dat zag kwam hij achter je aan en dan moest je rennen. Mees vertelde dat hij nog maar zo’n jongetje was en dat hij thuis kwam met het verhaal dat boer Beeker een broertje had gekregen, maar moeder zei “het zal wel een beroerte geweest zijn“, dat was aannemelijker. In 1953 was er een inzameling voor de mensen van de watersnoodramp in Zeeland en Mees zijn moeder wilde een vrij nieuwe trui van Mees meegeven dat vond hij in eerste instantie niet leuk maar later vond hij dat goed want het was toch voor arme kindertjes.
We gaan weer verder met nr. 9 daar woonde Fam Meerbeek op nr. 11 Brouwer. Familie Vink woonde daarvoor op nr. 11 en ging toen naar de overkant. Daarnaast woonde op nr. 13 eerst familie Bebing en later familie Bruggink, dan kwam op nr. 15 de familie Hek en op nr. 17 familie Toller en Joop van Egdom met zijn gezin weer daarnaast op nr. 19 familie Velker op nr. 21, op nr. 23 kwam dan eerst Veenendaal die later naar de overkant ging dan Helms en daarna Blauwendraad.
Het gezin Blokhuis woonde op nr. 25 en op nr. 27 woonde eerst familie Olieslager en later de familie Uneken met de familie Moesbergen daar weer naast op nr. 29. Dat werd later Mees zijn schoonfamilie, hij trouwde met Lenie Moesbergen. Daarnaast was weiland, daar staan nu nog de 2 huizen op die door Bielderman en van Dooren gebouwd zijn.
Alle drie de mannen kijken terug op een mooie jeugd veel gevoetbald , busje trappen en belletje lellen zo ook een keer met een ondeugend neefje, die deed een touwtje aan de deurknop van vrouw Jetten en de andere kant aan de deur knop van vrouw de Graaf en dan aan bellen bij vrouw Jetten en dan snel weg runnen en weg kruupen. Mins wat hadden ze een schik. Maar wel ontzag voor politie van Garderen zoals de meeste Woudenbergers zullen herinneren. Zo weten ze nog dat de eierhal gebouwd werd en daar zijn verschillende keren ruitjes gesneuveld tijdens het voetballen. Dat gebeurde Mees ook maar toen was Politie van Garderen in de buurt, en met de bal achter op de fiets bij v. Garderen moest hij mee naar het gemeentehuis daar mocht hij de cel van de gevangenis zien als waarschuwing, dat was voldoende toen. Rijk ging wel eens vissen in de vijver wat eigenlijk niet mocht, daar werd hij overlopen door v. Garderen en heeft een paar uur in de cel gezeten, dat was ontzag hebben voor de Hermandad. In die eierhal was regelmatig wat te doen zoals op Dinsdag de eiermart en werd er buiten handel gedreven met varkens. Er werd getraind door de Volleybalvereniging. Soms op Vrijdagmiddag werd er vrijbankvlees verkocht.
Dan kwam er in de ochtend Boom de klompenmaker uit Scherpenzeel op de fiets door het dorp met een soort gong aan de stang van de fiets en deze riep dan “vrijbankvlees in de eierhal heden middag 3 uur”. Hygiëne was niet zo als nu, het werd gewoon uit een teil ongekoeld verkocht en opgehaald in een emmer of pan. (vrijbankvlees is voorwaardelijk goedgekeurd). O, ja er was 1 keer in de zoveel tijd een bazar, daar liep het hele dorp op uit met het “Rad van Avontuur“ dat was om de clubkas te spekken voor de sportverenigingen. Later werd de eierhal gebruikt als brandweerkazerne.
De zuidkant van de Maarten v. Rossumweg daar had je aan de voor en achterkant een grote tuin bij. Daar woonde op nr 2. familie Jetten. Reinier haalde elke week de huur op van de Maarten van Rossumweg, zijn vrouw kwam uit Amsterdam en was voor dorpse begrippen echt bijzonder. Op nr. 4 woonde De Graaf, op nr. 6 familie de Raadt, de familie Bil op nr. 8, de mannen wisten nog wel dat pa Bil erg hard kon lopen als je belletje geleld had. Op nr. 10 woonde eerst familie v.d. Wiel daarna familie Vink, deze ging later naar de Koningslaan en kwam Rijer en Aartje v. Drie daar te wonen. Op nr. 12 woonde familie v. Egdom, (schilder) daarna heeft Rijk Kleinveld met vrouw en kinderen nog 32 jaar daar met veel plezier gewoond. Op nr. 14 woonde v. Ginkel deze was loodgieter eerder heeft daar familie Huster gewoond. Meneer Huster was ober bij restaurant ”De Schans“ op nr. 16 woonde Jan Jetten met z’n huishouden, zoon van Reinier maar eerst familie Kleinveld. Op nr. 18 familie Florijn en op nr. 20 eerst familie Anthonides en later familie Bielderman, nr. 22 Wim Moesbergen, Wim reed voor de distructie Overschie en bracht altijd leverworst mee voor de jongens maar als het dan de hele dag op het dashboard had gelegen dan begon het aardig groen te worden maar smaakte nog best. Daarnaast Wout Moesbergen met zijn gezin op nr. 24 en op nr. 26 eerst familie v.d. Heyden en familie Boonstra en opgevolgd door familie Eybergen. Deze had daar een grote kas achter het huis, hij was tuinman bij Boveneind. Op nr. 28 woonde familie Niek Jansen en op nr. 30 was eerst Koudijs en later familie Veenendaal die eerst woonden aan de overkant. Pa Veenedaal had een D.K.W. die elke zaterdag gewassen werd daarna ging hij hem droog rijden. En ging dan naar café van Sander v. Laar in Maarsbergen ff wat drinken. Als jullie nog snappen wie waar en wanneer woonde dan vind Jansje dat heel knap, viel niet mee.
De melkboer, bakker, slager en kruidenier kwamen aan de deur en een reiziger uit Zeist kwam met veters, klosjes garen, scheermesjes, kammen en konijnenvellen. Gart Moesbergen had toentertijd een ijskar en aan het einde van het seizoen kregen de kinderen een gratis ijsje en liefst een met een kop erop.
In die tijd stond op de grond achter de Schans de Oranjerie van Geerestein maar was al aardig vervallen dit was toen van v. Lunteren. Deze had de boel al dichtgetimmerd maar wat is er mooier dan als kwajongen daar te gaan spelen. Totdat de jongens boven aan het spelen waren, je had daar een bedstee en een dubbele vloer waar je goed verstoppertje kon spelen, ze hoorde wel wat gerommel beneden maar hadden niet in de gaten dat van Lunteren bezig was om het weer dicht te timmeren dus zaten de jongens opgesloten, ze zullen er voor het eten wel uit geweest zijn.
In 2008 zaten Mees en Lenie op hun balkon in de nieuwe Maarten van Rossumweg en daar komt buurjongen Joop Lambalgen aan lopen, zegt Mees tegen Lenie “Joop komt vast voetballen“ net als vroeger, toen is het idee ontstaan voor een reünie. Dat werd gehouden beneden in het multifunctioneel centrum, komt Joop binnen met een deurknop uit de oranjerie van Geerestein.
Een korte levensloop van Rijk Kleinveld (geboren in 1947). Na de lagere school heeft Rijk op Valkenheide een opleiding fijn metaal gedaan. Hierna heeft hij in Scherpenzeel gewerkt bij de E.B.M. Daarna eerst bij de waterzuivering in Woudenberg, dat breidde uit met Bennekom, Ede, Renkum en Veenendaal. Hij geniet samen met zijn vrouw van de kinderen en kleinkinderen. Rijk heeft zijn huisnummer van zijn oude huis nog in de schuur hangen.
Wout Blokhuis (geboren in 1946) ging na de lagere school ook naar Valkenheide, daar haalde hij zijn diploma textiel en kwam te werken op de hof in Amersfoort bij Firma Bekenkamp, een groothandel in textiel waar hij 18 jaar heeft gewerkt . Dan zoeken ze bij het reformatorisch dagblad een medewerker voor acquisitie en regionaal nieuws. Regio Zuid Holland – Zeeland, dus dat werd verhuizen, ze kwamen te wonen in Gorkum maar het wennen daar werd best moeilijk, zo kwamen ze terug naar Woudenberg. Daarna heeft Wout bij Merwedefoods gewerkt een groothandel voor bakkerij benodigdheden. Totdat in 1982 Berend Westerink voor de deur stond om te vragen of Wout er niet iets voelde om in de uitvaart branche te komen werken namens een begrafenis ondernemer. Dat heeft Wout een tijdje gedaan en is in 2003 voor zichzelf begonnen op de leeftijd van 57 jaar, “Petje Af“ Wout. Inmiddels heeft zoon Harry met zijn vrouw het bedrijf over genomen. Wout woont met Tonnie in de kersentuin en geniet van de mensen om hem heen.
Mees Blokhuis (geboren in 1947) heeft 40 jaar gewerkt bij Den Post eerst in Veenendaal waar hij algemeen chef was, later in Utrecht afdeling recherche wat zich bezighoud met interne fraude met kas cheques en giro. Zo is Mees in de criminele wereld verzeild geraakt maar wel aan de goede kant. Zijdelings te maken gehad met de ontvoering van Heineken, Holleeder was toen ook al berucht. Ook wel invallen mee gemaakt in Amsterdam. In 1989 werd het TPG post, Mees werkte toen al vanuit huis dat was een mooie bijkomstigheid want Lenie haar gezondheid ging behoorlijk achteruit, zo kon Mees Lenie overdag helpen. Mees is in 2004 met de vut gegaan en is al jaren mantelzorger van Lenie wat hij met liefde doet. In 2018 is Mees zijn gezondheid een tijd niet zo best geweest en zijn ze verhuisd naar “Groenewoude“ waar ze het naar de zin hebben en Mees zijn gezondheid is gelukkig weer een beetje vooruit gegaan.
Rijk, Mees en Wout bedankt voor de leuke verhalen, ik hoop dat jullie net zo hebben genoten als Jansje . Dank jullie wel .